Publicatie Telefonische oproepen, erfelijke susceptibiliteit en beginnende hypertensie: resultaten verkregen bij 212.046 deelnemers aan de Britse biobank

In totaal zijn 212.046 personen zonder arteriële hypertensie geselecteerd uit een biobank in het Verenigd Koninkrijk en opgenomen in de studie. In een biobank kunnen biologische monsters, alsook gezondheidsgegevens worden gegroepeerd, beheerd en bewaard. De onderzoekers hebben voor de definitie van gebruikers van een mobiele telefoon personen genomen die minstens één keer per week hun mobiele telefoon gebruiken om te bellen of gebeld te worden. Aan de deelnemers die werden beschouwd als gebruiker van een mobiele telefoon, werd aan de hand van extra vragen aanvullende informatie gevraagd over het gebruik van de mobiele telefoon: gebruik per week van een mobiele telefoon, gebruik van een handsfree kit of van de speaker.

De gegevens van de geselecteerde personen zijn gevolgd voor de hypertensie over een periode van gemiddeld 12 jaar. De groep gebruikers van een mobiele telefoon telde 185.796 personen, terwijl die van de niet-gebruikers slechts 26.250 personen telde. Van de gevolgde personen hebben 13.984 personen hypertensie ontwikkeld. De onderzoekers hebben een hoger risico om hypertensie te ontwikkelen waargenomen bij de personen die een mobiele telefoon gebruiken (minstens een keer per week bellen of gebeld worden) in vergelijking met wie geen mobiele telefoon gebruikt. Volgens hun analyses neemt dat risico toe naarmate de mobiele telefoon langer wordt gebruikt.

Deze studie vertoont talrijke beperkingen. Het gebruik van de mobiele telefoon is zelfgerapporteerd door de deelnemers via een vragenlijst. Dat vormt een probleem want de deelnemers kunnen onopzettelijk hun gebruik hebben onderschat of overschat vanwege hun zelfevaluatie. Deze zelfevaluatie kan ook vertekend zijn als de deelnemer zich dat gebruik niet exact herinnert. Dat wordt een recall bias (vertekening door gebrekkige herinnering) genoemd. Een andere reden waarom de blootstelling onderschat of overschat kan zijn, houdt verband met het feit dat de deelnemers kunnen denken dat een bepaalde gebruikstijd sociaal meer aanvaardbaar is dan hun echte tijd (wat men bias van sociale wenselijkheid noemt). Bovendien is het gebruik van de mobiele telefoon slechts één keer (in het begin van de studie) geëvalueerd terwijl dat kan veranderd zijn in de loop van de tijd. Arteriële hypertensie kan daarenboven om talrijke redenen ontstaan. Bijgevolg moeten potentiële storingsfactoren in aanmerking genomen worden want die factoren kunnen invloed hebben op de resultaten. Hoewel sommige van die factoren door de onderzoekers in aanmerking zijn genomen, kan het gebruik van de mobiele telefoon op zich, zonder verband met de elektromagnetische velden, een bron van stress zijn (inhoud die bekeken wordt op sociale media, permanente beschikbaarheid voor de werkgever/klanten in werkverband, enz.) die tot hypertensie leidt. Daarmee is geen rekening gehouden.

Gelet op de talrijke problemen met de door de onderzoekers gehanteerde methode, maken de resultaten van enkel deze studie het niet mogelijk om te concluderen dat er een verband is tussen het gebruik van de mobiele telefoon en de ontwikkeling van arteriële hypertensie. Er zijn andere studies, met een methode van betere kwaliteit, nodig.