Publicatie Het effect van blootstelling aan RF-EMV door een laboratoriumblootstellingssysteem (simulatie van een 5G NR-basisstation) op de fysiologische parameters en cognitieve vermogens van mannelijke Wistarratten van verschillende leeftijden

De onderzoekers vormden verschillende groepen van tien ratten:

• groep jonge ratten blootgesteld aan EMV-5G (2.4 GHz)
• controlegroep voor de jonge ratten (niet blootgesteld)
• groep volwassen ratten blootgesteld aan EMV-5G
• controlegroep voor de volwassen ratten (niet blootgesteld)
• groep oudere ratten blootgesteld aan EMV-5G
• controlegroep voor de oudere ratten (niet blootgesteld)

De ratten werden gedurende vijf weken 24 uur/24 blootgesteld. Het lichaamsgewicht en de temperatuur (rectaal en huidoppervlak) werden vóór de blootstelling gemeten en daarna wekelijks. De onderzoekers hebben ook het gewicht van de organen van de dieren gemeten waarbij correctiecoëfficiënten werden toegepast om rekening te houden met de verschillen in gewicht van de dieren (% van het totale gewicht van het dier). De leer- en geheugenvaardigheden werden geëvalueerd met behulp van een test waarbij men de ratten een oefening liet uitvoeren in een waterlabyrint. De tijd die het dier nodig had om een ondergedompeld platform te vinden werd getimed. De onderzoekers hebben geen significante verschillen waargenomen tussen de resultaten van blootgestelde en niet-blootgestelde groepen ratten, ongeacht de leeftijdsgroep, voor alle in de studie beoordeelde parameters.

Hoewel de auteurs groepen niet-blootgestelde dieren gebruikten, wat belangrijk is om te zorgen voor een betrouwbare vergelijking tussen de twee groepen (blootgesteld/niet-blootgesteld), en het erop leek dat de dieren in de controlegroep onder dezelfde omstandigheden werden geplaatst als die in de blootgestelde groep, met uitzondering van de blootstelling, vermelden de onderzoekers niet expliciet het gebruik van een "schijngroep". Een “schijngroep” is een groep van niet-blootgestelde dieren die onder dezelfde omstandigheden worden geplaatst als de blootgestelde dieren, met uitzondering van de blootstelling (de dieren worden bijvoorbeeld in dezelfde kooien gezet, onder dezelfde omstandigheden, maar met het blootstellingssysteem uitgeschakeld). Dit zorgt ervoor dat een eventueel verschil tussen de blootgestelde en de niet-blootgestelde groepen toe te schrijven is aan de blootstelling en niet aan een andere parameter binnen de testomgeving die tussen de twee groepen zou verschillen. Bovendien werden de experimenten niet blind uitgevoerd; deze voorwaarde is belangrijk omdat het betekent dat de onderzoekers niet weten welke dieren al dan niet worden blootgesteld aan RF-EMV, om elke invloed op de resultaten te vermijden, zelfs onbedoeld. De dosis waaraan de ratten werden blootgesteld is berekend voor het hele lichaam door berekening van de specifieke absorptiesnelheid van de straling (in het Engels SAR of “Specific Absorption Rate”, de maateenheid van de hoeveelheid radiofrequente energie die het lichaam absorbeert tijdens blootstelling aan RF-EMV). Het zou interessant zijn geweest om de SAR te berekenen voor elk orgaan dat in de studie wordt beschouwd om de blootstelling ervan te weten. Tot slot vermelden de onderzoekers niet de beperkingen van hun studie, wat eerder zorgwekkend is. Aan de andere kant zijn ze het erover eens dat andere studies moeten worden uitgevoerd om de impact van EMV-5G te kennen.

Gelet op de beperkingen van deze studie moeten er nadien studies van goede kwaliteit worden uitgevoerd om de resultaten te bevestigen.