Gezondheid
5G en gezondheid
Hoe gezond is 5G? Blootstellingslimieten en stralingsnormen beperken de impact op onze gezondheid. Om te begrijpen wat dat precies is, duiken we in de wereld van de elektromagnetische straling.
In deze studie hebben de onderzoekers de effecten van 4G-radiofrequenties (RF) op longfibroblasten van Chinese dwerghamsters onderzocht. Fibroblasten zijn cellen die aanwezig zijn in bindweefsel, een gespecialiseerd weefsel in het menselijk lichaam is. Dit weefsel speelt onder andere de rol van "cement" tussen de verschillende bestanddelen van ons lichaam en zorgt zo voor samenhang tussen cellen, weefsels en organen.
De onderzoekers stelden de fibroblasten bloot aan een zogenaamd “gemoduleerd” 4G-radiosignaal (een signaal waarvan de kenmerken (amplitude, frequentie, enz.) variëren in de tijd, afhankelijk van de gegevens die worden verzonden), aan een “niet-gemoduleerd” radiosignaal maar ook aan een chemische stof dat bekendstaat voor zijn cytotoxische effecten, d.w.z. toxisch voor de cellen: mitomycine-C. Voor elk van de signalen (gemoduleerd en niet-gemoduleerd) hebben de onderzoekers aldus acht celgroepen vergeleken op verschillende blootstellingen met inbegrip van de volgende omstandigheden: (1) een controlegroep die niet is blootgesteld, (2) een “sham”-groep die onder dezelfde omstandigheden is geplaatst als de experimentele groepen maar zonder te zijn blootgesteld (3) blootstelling aan RF met 0,3 W/kg, (4) blootstelling aan RF met 1,25 W/kg, (5) blootstelling aan mitomycine-C controle, (6) blootstelling aan RF-sham en mitomycine-C, (7) blootstelling aan RF met 0,3 W/kg + mitomycine-C, (8) blootstelling aan RF met 1,25 W/kg + mitomycine-C. De experimenten zijn uitgevoerd met blootstellingen aan RF gedurende 3 en 20 uur.
De parameters die de onderzoekers waarnamen na de verschillende blootstellingen, waren schade aan de chromosomen, oxidatieve stress en de celcyclus. Chromosomen zijn de dragers van het erfelijk materiaal dat van fundamenteel belang is voor de goede werking van het menselijk lichaam. Schade aan de chromosomen zou nadelige gevolgen kunnen hebben, doordat de correcte lezing van het genetisch materiaal en bijvoorbeeld de aanmaak van belangrijke moleculen zoals proteïnen, wordt verhinderd. Op een andere schaal kan oxidatieve stress schade veroorzaken aan gezonde cellen en weefsels in het lichaam. Deze ontstaat door een onevenwicht tussen de productie van reactieve zuurstofcomponenten (ROS) en de antioxidante verdedigingsmechanismen van het lichaam. Reactieve zuurstofcomponenten (ROS) worden normaal gezien in het lichaam geproduceerd tijdens het functioneren van de cellen en als reactie op omgevingsstress (temperatuur, infecties, verwondingen, enz.). De productie van ROS en de antioxidante verdediging moeten in evenwicht zijn. De celcyclus is het proces van ontwikkeling van een cel en van aanmaak van nieuwe. De verschillende stappen van dat proces moeten correct verlopen om te resulteren in het ontstaan van nieuwe cellen die correct werken.
De resultaten van de experimenten hebben geen verschillen aangetoond tussen de aan 4G-radiosignalen blootgestelde cellen en die van de “sham”-groep, hetzij qua schade aan de chromosomen, oxidatieve stress, hetzij de celcyclus. Wat betreft de blootstelling aan mitomycine-C en de schade aan de chromosomen, zijn de verwachte nadelige effecten, aangezien toxisch voor de cellen, waargenomen bij de celgroepen die waren blootgesteld aan 4G-radiosignalen gedurende 3 uur, ongeacht het niveau van blootstelling (0,3 en 1,25 W/kg) en tijdens de blootstelling gedurende 20 uur enkel op het laagste niveau van blootstelling (0,3 W/kg). Voor de blootstelling gedurende 20 uur aan het hoogste blootstellingsniveau dat de onderzoekers toepasten (1,25 W/kg) werd daarentegen een beschermend effect van de RF waargenomen, aangezien een afname van de door de mitomycine-C veroorzaakte schade aan de chromosomen is vastgesteld. De blootstelling aan het niet-gemoduleerde radiosignaal heeft geen enkel effect gehad op de door de mitomycine teweeggebrachte schade. De beschermende effecten op de productie van ROS (d.w.z. een vermindering van de productie) zijn ook waargenomen tijdens de gelijktijdige blootstelling aan de 4G-radiosignalen en aan de mitomycine-C (0,3 en 1,25 W/kg). De medeblootstelling aan de 4G-radiosignalen en aan de mitomycine-C heeft de effecten op de celcyclus niet gewijzigd.
De onderzoekers concluderen dat hun resultaten wijzen op een gebrek aan rechtstreeks effect van de 4G-radiosignalen en beweren dat een voorafgaande blootstelling aan RF een beschermend effect zou kunnen hebben tegen stoffen die toxisch zijn voor cellen. De modulatie van het signaal, hier 4G, in vergelijking met een niet-gemoduleerd signaal, zou een rol spelen in dit beschermend effect. Nog altijd volgens de onderzoekers bevestigen hun resultaten die van voorgaande studies, maar ze benadrukken terecht dat de onderliggende mechanismen van die beschermende effecten onderzocht moeten worden. Het is dus belangrijk om onderzoekswerk voort te zetten.
Deze studie kan als degelijk worden beschouwd. Het is evenwel belangrijk erop te wijzen dat het gaat om een studie die uitgevoerd is op cellen van Chinese dwerghamsters in een laboratorium en dat er meer studies nodig zijn om te weten of de waarnemingen van de onderzoekers van toepassing kunnen zijn op de mens.