Publicatie Effecten van blootstelling aan 5G-radiofrequenties bij 700 en 3500 MHz op de ontwikkeling van zebravisembryo's

De onderzoekers vormden verschillende groepen van zebravisembryo's om ze te vergelijken. Elke groep bestond uit 96 embryo's:

• groep blootgesteld aan EMV-5G, 700 MHz gedurende 1 uur
• groep blootgesteld aan EMV-5G, 700 MHz gedurende 4 uur
• groep blootgesteld aan EMV-5G, 3500 MHz gedurende 1 uur
• groep blootgesteld aan EMV-5G, 3500 MHz gedurende 4 uur
• controlegroep, d.w.z. niet blootgesteld

Het signaal dat voor de blootstelling werd gebruikt, was een “ongemoduleerd” signaal, d.w.z. de karakteristieken ervan (amplitude, frequentie, enz.) bleven in de loop der tijd gelijk. Dit verschilt van de signalen die in reële omstandigheden worden gebruikt bij radio-uitzendingen, waaronder 5G, die wel worden gemoduleerd.

De temperatuur werd gemeten met behulp van een sonde die in een van de putten werd geplaatst waar de embryo's werden geplaatst tijdens de blootstelling aan EMV-5G. De onderzoekers hebben ook de omgevingstemperatuur gemeten. De sterfte en het uitkomen van de eitjes werden gemonitord. De ontwikkeling van de embryo’s werd geëvalueerd via de lichaamslengte, de grootte van de ogen, van de kop van de larven, van de eitjes, van het pericardgebied, d.w.z. het membraan dat het hart omwikkelt, en van een deel dat wordt beschouwd als het binnenoor van de vissen (otolith). Ten slotte werd het gedrag van de larven, nadat de eitjes waren uitgekomen, geëvalueerd aan de hand van het aantal staartbewegingen per minuut, de manier van zwemmen (afgelegde afstand en snelheid), de gewenning aan geluid (geëvalueerd aan de hand van de afstand die werd afgelegd tijdens de perioden waarin geluid werd uitgezonden of niet) en de stressrespons (geëvalueerd aan de hand van de hoeveelheid tijd dat de larven de wanden benaderden, vergeleken met de tijd dat ze in het centrum van hun put doorbrachten; de stress werd veroorzaakt door visuele en auditieve prikkelingen). De onderzoekers onderzochten ook een actiemechanisme, via een enzym, dat aan de basis zou kunnen liggen van een verminderde activiteit van de vissen. Enzymen zijn eiwitten die bepaalde chemische reacties die in het menselijk lichaam voorkomen en essentieel zijn voor de goede werking ervan, kunnen doen versnellen.

De resultaten op het gebied van sterfte en het uitkomen van de eitjes toonden geen effecten. Met betrekking tot de ontwikkelingsparameters werd geen effect waargenomen bij blootstelling aan EMV-5G op 3500 MHz. Daarentegen werd een statistisch significante afname van bepaalde ontwikkelingsparameters zoals de grootte van de ogen, van een deel dat beschouwd wordt als het binnenoor van vissen (otolith), van de eitjes en van het pericardium waargenomen in de groep die blootgesteld werd aan EMV-5G op 700 MHz in vergelijking met de controlegroep. De blootstelling aan EMV-5G had invloed op het gedrag van de larven. Bij degene die werden blootgesteld aan EMV-5G op 700 MHz waren de staartbewegingen, de afgelegde afstand en de stressrespons afgenomen in vergelijking met de controlegroep. In vergelijking met de controlegroep werd daarentegen bij de larven die werden blootgesteld aan RF-EMV-5G op 3500 MHz een toename van de afgelegde afstand en van de stressrespons waargenomen. In beide gevallen (700 en 3500 MHz) nam de tijd van gewenning aan het geluid af. De activiteit van het geëvalueerde enzym is significant afgenomen door de blootstelling aan EMV-5G op 700 MHz in vergelijking met de controlegroep, terwijl er geen verschil werd waargenomen na de blootstellingen aan 3500 MHz.

De onderzoekers concluderen dat de blootstelling aan EMV-5G op 700 MHz en 3500 MHz effecten heeft op de zebravissen, met name bij de frequentie 700 MHz en bij een langere blootstelling (4 uur). Ze raden echter aan te werken met een gemoduleerd signaal, dat dus representatiever is voor de werkelijke blootstellingsomstandigheden.

Deze studie kan als van goede kwaliteit worden beschouwd (temperatuurmeting, controlegroep), hoewel het belangrijk is te benadrukken dat er enkele beperkingen aan zijn verbonden. Behalve het gebruik van een ongemoduleerd signaal voerden de onderzoekers hun experimenten niet blind uit. Deze voorwaarde is echter zeer belangrijk omdat het betekent dat de onderzoekers niet weten welke dieren al dan niet zijn blootgesteld aan RF-EMV, om te voorkomen dat de resultaten, zelfs onopzettelijk, worden beïnvloed. Voornamelijk om deze twee redenen zijn verdere studies nodig om de mogelijke effecten van EMV-5G op de ontwikkeling van de zebravissen adequaat te beoordelen.