
Gezondheid
5G en gezondheid
Hoe gezond is 5G? Blootstellingslimieten en stralingsnormen beperken de impact op onze gezondheid. Om te begrijpen wat dat precies is, duiken we in de wereld van de elektromagnetische straling.
Dit werk maakt deel uit van het omvangrijke project van de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) om systematisch de resultaten te onderzoeken van studies naar een mogelijk verband tussen de blootstelling aan radiofrequente elektromagnetische velden (RF-EMV) en schadelijke gevolgen voor de gezondheid.
In deze studie voerden de onderzoekers een systematische review uit van de experimentele studies naar de effecten van blootstelling aan RF-EMV bij het optreden van aspecifieke symptomen bij mensen. Zij gingen ook de beschikbare studies na naar de gewaarwordingen van de aan- of afwezigheid van RF-EMV in de algemene populatie en bij personen die idiopathische milieu-intolerantie (IEI) meldden. Bij IEI treden niet-specifieke symptomen op – hoofdpijn of slaapstoornissen – die de mensen in kwestie toeschrijven aan een omgevingsfactor, hier EMV (IEI-EMV).
Om de studies te identificeren die relevant waren voor hun review, hebben de onderzoekers specifieke zoekcriteria gedefinieerd in verband met:
De selectie van de studies verliep in verschillende fasen. De studies werden eerst in verschillende databanken geïdentificeerd. De titels en samenvattingen van deze studies werden vervolgens gelezen om diegene die niet aan de gedefinieerde zoekcriteria voldeden of meerdere keren voorkwamen te verwijderen. De teksten van de geselecteerde studies werden in hun geheel gelezen. Deze stap werd onafhankelijk uitgevoerd door twee onderzoekers. Als bij het lezen van de teksten de beide onderzoekers een andere mening waren toegedaan over de vraag of een studie aan de zoekcriteria voldeed, onderzocht een derde onderzoeker de problematische studie en besloot of ze al dan niet in de review moest worden opgenomen.. Dit proces van selectie van de studies is een kwaliteitsgarantie die het mogelijk maakt volledig en objectief te zijn, waarbij alle bestaande studies over een onderwerp worden omvat, ongeacht de resultaten daarvan. Opgemerkt zij dat dit selectieproces niet gebaseerd is op de resultaten, maar op de kwaliteit van de proefneming.
De onderzoekers hebben vervolgens de resultaten geanalyseerd. Wanneer de onderzoekers genoeg studies hadden voor een symptoom, werden de resultaten geanalyseerd in meta-analysen. Dankzij een meta-analyse kunnen de resultaten die afkomstig zijn van verschillende studies worden gegroepeerd en geanalyseerd om solidere conclusies te trekken. Veel studies omvatten namelijk slechts een klein aantal deelnemers, wat de degelijkheid van de conclusies beperkt. Door de resultaten te bundelen, kan het vertrouwen in de verkregen gegevens worden vergroot.
De symptomen – hoofdpijn, slaapstoornis, symptoomscore – werden daarom geanalyseerd (in meta-analysen) op blootstelling (hoofd of volledig lichaam) voor de algemene populatie en de populatie die melding maakte van IEI-EMV; dit zijn de “symptoom/blootstellingsparen”. De resultaten van de studies over de gewaarwordingen werden ook geanalyseerd in een meta-analyse.
Een ander belangrijk onderdeel van het werk van de onderzoekers was de beoordeling van het betrouwbaarheidsniveau dat aan de onderzoeksresultaten werd toegeschreven. Eerst beoordeelden de onderzoekers het risico op bias (RoB) met behulp van een bestaand beoordelingsinstrument. Biases zijn systematische fouten die van invloed zullen zijn op de resultaten van een studie, zowel in positieve zin (bijv. verhoogt het effect) als in negatieve zin (bijv. vermindert het effect). Het is daarom belangrijk om hiermee rekening te houden bij de evaluatie van een studie. Om het RoB te evalueren, beschouwden de onderzoekers belangrijke kwaliteitscriteria zoals randomisatie (een proces waarmee de personen willekeurig aan de blootgestelde en niet-blootgestelde groep kunnen worden toegewezen), karakterisering van blootstelling (dit is om ervoor te zorgen dat alle personen op dezelfde 00manier worden blootgesteld aan de vastgelegde EMV-niveaus), het blind uitvoeren van de experimenten, enz. Aan de hand van deze beoordeling (RoB) en van andere criteria (bijv. inconsistenties, onnauwkeurigheden), wezen de onderzoekers een betrouwbaarheidsniveau toe aan de onderzoeksresultaten: van hoog tot zeer laag.
In totaal hebben de onderzoekers 41 studies opgenomen: 30 daarvan meldden symptomen en 23 meldden gewaarwordingen (het totaal is hoger dan 41 omdat 12 studies zowel symptomen als gewaarwordingen meldden). De studies werden gepubliceerd tussen 1998 en 2022 en werden uitgevoerd in verschillende Europese landen (Duitsland, het Verenigd Koninkrijk, enz.) maar ook in Korea, Japan, Australië en Taiwan. Samen telden de studies 2.874 deelnemers, voornamelijk volwassenen (61%) en jongvolwassenen (29%). De blootstelling had voornamelijk betrekking op mobiele telefoons en antennes voor mobiele telefoons, respectievelijk 37% en 17%. De gemelde symptomen waren gevarieerd en talrijk: hoofdpijn (11,02%), vermoeidheid (8,47%), slaapstoornissen (7,63%), pijn (5,08%), angst (3,39%), enz.
Voor de belangrijkste symptomen werden 10 “symptoom/blootstellingsparen” geanalyseerd. 6 paren voor de algemene populatie, voor de symptomen: hoofdpijn, slaapstoornis, symptoomscore, en voor blootstelling van het hoofd of het hele lichaam. Vier paren voor de populatie die IEI-EMV aangeeft met als symptomen hoofdpijn en symptoomscore, voor blootstelling van het hoofd en het hele lichaam. De resultaten toonden een afwezigheid van of een licht niet-significant effect aan. De mate van zekerheid werd beoordeeld als matig tot hoog, met uitzondering van de resultaten voor de paren: score symptoom-blootstelling hoofd in de algemene populatie en in de populatie die IEI-EMV aangeeft, waarvan het betrouwbaarheidsniveau als zeer laag werd beoordeeld; en het paar slaapstoornis-blootstelling volledig lichaam in de algemene populatie, waarvan het betrouwbaarheidsniveau als laag werd beoordeeld. De afname van het betrouwbaarheidsniveau was voornamelijk toe te schrijven aan een hoog risico van bias (RoB) (slechte randomisatie, slechte beoordeling van de symptomen, enz.).
Wat betreft de gewaarwordingen van de aan- of afwezigheid van RF-EMV, konden de deelnemers slechts per toeval een onderscheid maken tussen de blootstelling of niet-blootstelling, hoewel de groep personen die IEI-EMV aangaven, eerder beter gewaarwerd wanneer er blootstelling aan RF-EMV was. Daartegenover staat dat die personen meer moeilijkheden hadden om de afwezigheid van blootstelling te detecteren. Volgens de onderzoekers zou deze trend te wijten kunnen zijn aan het feit dat personen met IEI-EMV over het algemeen melden dat ze worden blootgesteld aan RF-EMV.
Naast de beoordeling van het RoB en van het betrouwbaarheidsniveau dat aan de resultaten wordt toegeschreven, wijzen de onderzoekers op enkele beperkingen van de studies die in hun review zijn opgenomen. Ten eerste verschillen de experimentele omstandigheden van het echte leven en werd alleen rekening gehouden met kortdurende blootstelling. Daarom kunnen de resultaten enigszins afwijken van de werkelijkheid. Bovendien was de populatie die in sommige studies werd bestudeerd vrij jong en dus misschien gezonder, wat niet representatief is voor de algemene bevolking die min of meer kwetsbare personen (leeftijd, ziekte, enz.) omvat die anders zouden kunnen reageren. Ten slotte geven de onderzoekers aan dat een potentieel effect in de groep die melding maakt van een IEI-EMV niet volledig kan worden uitgesloten wegens de "zelf-rapporterende" aard van de IEI-EMV, aangezien sommige laag-/niet-gevoelige personen in deze groep kunnen zijn opgenomen. De huidige wetenschappelijke literatuur maakt het echter niet mogelijk tot een oorzakelijk verband te concluderen tussen de EMV en de symptomen die worden ervaren door mensen die IEI-EMV melden.
Concluderend suggereren de resultaten van deze studie dat kortdurende blootstelling aan RF-EMV geen symptomen tot gevolg heeft en dat de toeschrijving van symptomen aan EMV gerelateerd is aan het feit dat men zich blootgesteld voelt aan RF-EMV en niet aan werkelijke blootstelling.
Deze studie is van goede kwaliteit en presenteert de huidige wetenschappelijke kennis van experimentele studies uitgevoerd bij mensen naar gerapporteerde symptomen en blootstelling aan RF-EMV.